Ik wordt wakker en het is donker, “het schemert buiten”, zie ik door de rolluiken van de slaapkamer. Op de stoel staat nog de flacon met de helft vol water van de avond van te voren. Het was een zwoele nacht en ik kon niet goed slapen, eerst werd ik wakker door de hitte, even de airco aan zetten met mijn afstandbediening. Daarna weer wakker worden om hem uit te zetten, anders wordt het té koud. De hele nacht die airco aanhouden is geen optie, die dingen kosten een fortuin aan energie. Ik zie dat mijn vrouw al naar haar werk is, het bed is leeg. Het moet rond 7 uur zijn, “maar het is zo stil”, ongekend stil voor Mexico valt me op. Ik zet de TV aan, het nieuws bevestigd dat het al 6.45 uur in de morgen is. Ze praten over een verkeers ongeval wat schijnbaar net gebeurd moet zijn ergens in de buurt van mijn werk. Ik zie de datum op het beeldscherm, “20 augusto 2008”.
Halfslapend en op het eind van het bed zittend begrijp ik pas wat voor een speciale dag het is, “het is precies 1 jaar geleden dat ik naar dit land kwam, deze stad”. Ik moet even een grijns wegduwen. “Goh wat was ik gemotiveerd., onwetend, ja zelfs naief”. Had ik geweten wat ik nu allemaal wist, ik weet het niet...het schiet me te binnen wat een vriend ooit tegen me zei in de auto op weg naar Maastricht; “Kerel ga niet, je bent alleen maar goed om te werken daar”. Zo voelt het ook. Vanaf ik hier ben heb ik het gevoel alleen maar gewerkt te hebben, ieder dag wel iets te regelen of maken of kopen of onderhandelen, iedere dag wel bezig. De laatste aanvraag voor 2 weken vakantie is afgewezen, gebrek aan dagen. “4 dagen kan ik maar opnemen”. Met een retour ticket van bijna 900 eurie en een heen en terug vlucht van 3 reisdagen kan ik net een week op vakantie gaan, “mits ik de weekenden neem als reisdagen”. Ik pak mijn handdoek en neem een douche.
“4 dagen vakantie” denk ik nog als ik in de auto naar mijn werk zit, “voor een heel jaar werken!” Ik moet niet teveel in gedachten wegzinken en mij concentreren op het verkeer. Er probeerde me net weer zon “k-wijf” de weg af te snijden, zonder richting aangeven, zonder enige reden. “Het zijn ook altijd de vrouwen die hier als een kamikaze rijden, lijkt wel een soort van compensatie te zijn voor het gebrek aan gelijke rechten”, denk ik nog. Alhoewel die truck die achter me rijd, zit bijna op mijn bumper, “en ik rijd toch 80 op een weg van 50”, en het is zeker geen vrouw die die bak rijd. Je ziet de bestuurder niet, de ruiten zijn geblinderd, “je ziet niets door die ruiten”, denk ik nog, “zal dat de reden zijn waarom je aan mijn bumper hangt?”, “...hij ziet me niet”. “Raar, ben toch de enige die met licht aan rijdt, de rest rijdt met de helft aan”. Alle autos hebben hier een mankement, als ze de APK zouden invoeren zou 80% direct afgekeurd worden en niet meer de weg op mogen. “Zou wat files schelen”.
Ik heb de Rambo-rit weer overleefd, is iedere dag een soort van: “this is your wake-up call” autoritje. Je bent gelijk fit en wakker na zo´n jungle-tour. Ik neem plaats achter mijn bureau, plug mijn laptop in en start de boel op. “Zo nu even een bakje koffie, plasje en mijn dagelijkse uitdaging kan beginnen”. Ik heb een “hell of a job” kan ik je vertellen. Iedere dag weer een uitdaging om al die moeilijke, diepgaande vragen te beantwoorden. Ik open mijn inbox van de klant, 2 berichtjes. Eén is een “bericht gelezen” de ander een “uitnodiging voor een webcast”. “ Goh, wordt nog een drukke dag voor me”. “Ik ga even wat eigen post lezen, heb ik net even de tijd voor”. “Tja, dat was het..hmm toch maar wat doen dan maar”. “Dat rapport dan maar eens verder afmaken, voorbereiding op de toekomst”.
“Goh, het was me weer een dag zeg”, denk ik op weg naar huis. Toch nog op het eind een spoedmeeting der nog effe tegenaan gooien. “Die Mexicanen tóch, altijd op het laatste moment nog effe drama maken”, “nou ik was er gelukkig snel klaar mee, anders had ik mijn werk nooit af gekregen zég”. Thuis gekomen open ik de deur, de kleine en mijn vrouw zijn al thuis. Ze heeft weer stress, de arme. Sinds ze is gaan werken voelt ze zich schuldig tegen over mijn zoon, en mijn zoon maar aandacht vragen en de situatie uitbuiten, iedere minuut en iedere dag. Ik kan nog geen; “Hallo, hoe gaat het met jullie?” zeggen of hij hangt er al tussen met zijn kleppertje. Hij spreekt in ieder geval beter Spaans dan ik, alhoewel, met 1 les per week doe ik het zo slecht nog niet. Eén ding is wel waar; “als je de taal in het land zelf leert, leer je ´t sneller”. “Tja, je moet wel, wil je niet platzak en gehavend thuiskomen”, denk ik nog lachend, “dan is die taal zeker snel geleerd”.
Snel even de huiswerken doen; was, afwas, lunch voor morgen, klaar. “Tja, zal toch iemand moeten doen terwijl de ander voor het kind zorgt”. Het is weer laat, tijd voor mijn uurtje. “Alleh!” roep ik nog “afgelopen met TV en DVD´s, vamonos, naar bad” Eindelijk is het mijn uurtje, ik neem een Carta en start mijn computer op. Ik schrijf mijn blog, ik ben een beetje melig en cinisch tegelijk, “maar goed dat had je al gelezen en begrepen”. Mijn “un año Mexico fiesta” zit erop, “het is tijd om naar bed te gaan, morgen weer hetzelfde verhaal. ...Of?” Als het aan mij lag morgen weer hetzelfde verhaal, maar dan in Nederland. “Welterusten allemaal, droom lekker, slaap zacht......Zzzzz”.
Halfslapend en op het eind van het bed zittend begrijp ik pas wat voor een speciale dag het is, “het is precies 1 jaar geleden dat ik naar dit land kwam, deze stad”. Ik moet even een grijns wegduwen. “Goh wat was ik gemotiveerd., onwetend, ja zelfs naief”. Had ik geweten wat ik nu allemaal wist, ik weet het niet...het schiet me te binnen wat een vriend ooit tegen me zei in de auto op weg naar Maastricht; “Kerel ga niet, je bent alleen maar goed om te werken daar”. Zo voelt het ook. Vanaf ik hier ben heb ik het gevoel alleen maar gewerkt te hebben, ieder dag wel iets te regelen of maken of kopen of onderhandelen, iedere dag wel bezig. De laatste aanvraag voor 2 weken vakantie is afgewezen, gebrek aan dagen. “4 dagen kan ik maar opnemen”. Met een retour ticket van bijna 900 eurie en een heen en terug vlucht van 3 reisdagen kan ik net een week op vakantie gaan, “mits ik de weekenden neem als reisdagen”. Ik pak mijn handdoek en neem een douche.
“4 dagen vakantie” denk ik nog als ik in de auto naar mijn werk zit, “voor een heel jaar werken!” Ik moet niet teveel in gedachten wegzinken en mij concentreren op het verkeer. Er probeerde me net weer zon “k-wijf” de weg af te snijden, zonder richting aangeven, zonder enige reden. “Het zijn ook altijd de vrouwen die hier als een kamikaze rijden, lijkt wel een soort van compensatie te zijn voor het gebrek aan gelijke rechten”, denk ik nog. Alhoewel die truck die achter me rijd, zit bijna op mijn bumper, “en ik rijd toch 80 op een weg van 50”, en het is zeker geen vrouw die die bak rijd. Je ziet de bestuurder niet, de ruiten zijn geblinderd, “je ziet niets door die ruiten”, denk ik nog, “zal dat de reden zijn waarom je aan mijn bumper hangt?”, “...hij ziet me niet”. “Raar, ben toch de enige die met licht aan rijdt, de rest rijdt met de helft aan”. Alle autos hebben hier een mankement, als ze de APK zouden invoeren zou 80% direct afgekeurd worden en niet meer de weg op mogen. “Zou wat files schelen”.
Ik heb de Rambo-rit weer overleefd, is iedere dag een soort van: “this is your wake-up call” autoritje. Je bent gelijk fit en wakker na zo´n jungle-tour. Ik neem plaats achter mijn bureau, plug mijn laptop in en start de boel op. “Zo nu even een bakje koffie, plasje en mijn dagelijkse uitdaging kan beginnen”. Ik heb een “hell of a job” kan ik je vertellen. Iedere dag weer een uitdaging om al die moeilijke, diepgaande vragen te beantwoorden. Ik open mijn inbox van de klant, 2 berichtjes. Eén is een “bericht gelezen” de ander een “uitnodiging voor een webcast”. “ Goh, wordt nog een drukke dag voor me”. “Ik ga even wat eigen post lezen, heb ik net even de tijd voor”. “Tja, dat was het..hmm toch maar wat doen dan maar”. “Dat rapport dan maar eens verder afmaken, voorbereiding op de toekomst”.
“Goh, het was me weer een dag zeg”, denk ik op weg naar huis. Toch nog op het eind een spoedmeeting der nog effe tegenaan gooien. “Die Mexicanen tóch, altijd op het laatste moment nog effe drama maken”, “nou ik was er gelukkig snel klaar mee, anders had ik mijn werk nooit af gekregen zég”. Thuis gekomen open ik de deur, de kleine en mijn vrouw zijn al thuis. Ze heeft weer stress, de arme. Sinds ze is gaan werken voelt ze zich schuldig tegen over mijn zoon, en mijn zoon maar aandacht vragen en de situatie uitbuiten, iedere minuut en iedere dag. Ik kan nog geen; “Hallo, hoe gaat het met jullie?” zeggen of hij hangt er al tussen met zijn kleppertje. Hij spreekt in ieder geval beter Spaans dan ik, alhoewel, met 1 les per week doe ik het zo slecht nog niet. Eén ding is wel waar; “als je de taal in het land zelf leert, leer je ´t sneller”. “Tja, je moet wel, wil je niet platzak en gehavend thuiskomen”, denk ik nog lachend, “dan is die taal zeker snel geleerd”.
Snel even de huiswerken doen; was, afwas, lunch voor morgen, klaar. “Tja, zal toch iemand moeten doen terwijl de ander voor het kind zorgt”. Het is weer laat, tijd voor mijn uurtje. “Alleh!” roep ik nog “afgelopen met TV en DVD´s, vamonos, naar bad” Eindelijk is het mijn uurtje, ik neem een Carta en start mijn computer op. Ik schrijf mijn blog, ik ben een beetje melig en cinisch tegelijk, “maar goed dat had je al gelezen en begrepen”. Mijn “un año Mexico fiesta” zit erop, “het is tijd om naar bed te gaan, morgen weer hetzelfde verhaal. ...Of?” Als het aan mij lag morgen weer hetzelfde verhaal, maar dan in Nederland. “Welterusten allemaal, droom lekker, slaap zacht......Zzzzz”.